leo-met-madamedeluxe.reismee.nl

Daag NOOIT de wet van Murphy uit!

Op dit moment zitten we bijna een maand in Biberwier en hebben we jullie dus al veel te lang laten wachten op een nieuw verhaal. Nu heeft Pim daar een legitieme reden voor, die is namelijk tijdens zijn opleiding van 7:00-23:00 elke dag bezig geweest met skiën en alles wat daarbij hoort. En ik…. Ik was vooral bezig met mijzelf bezighouden, maar dat lezen jullie in een ander verhaal. Hier in Biberwier is het heel hard werken, maar ook enorm genieten. Maar niet getreurd, we gaan de draad weer oppakken! In dit verhaal gaan we even terug naar 4 december, de dag dat we vertrokken uit Zweden.

Wanneer we wakker worden, voelt het raar. Het is de laatste dag, maar het voelt niet zo. We voeren de dieren, gaan ontbijten en niets herinnert ons er eigenlijk aan dat dit weleens de allerlaatste keer kan zijn dat we hier zitten. Behalve natuurlijk het feit dat de hele woonkamer vol ligt met onze opgehangen en gevouwen schone was. Wanneer je een week voor vertrek geen wasmachine in huis hebt en deze pas twee dagen voor vertrek weer is vervangen, merk je pas echt wat een geweldige uitvinding het is. Ook worden we eraan herinnerd dat we toch wel heel netjes en secuur onze tassen hadden ingepakt en hoe roekeloos we hebben uitgepakt. En fin, na een ochtendje dit hier, dat daar, nee andersom joh, past alles weer netjes en weegt alles keurig onder de 20 kilo. Ondertussen is het hele huis in rep en roer, want er is een familiefeest en iedereen moet en zal daar netjes gekleed heengaan. We hebben afgesproken dat ze ons af zullen zetten op het station en dan direct door naar de familiebijeenkomst gaan. Zo komt het dat we een beetje onhandig met onze lief bedoelde zak drop en stroopwafels in de gang staan om ze te bedanken voor alles. Er komt nou eenmaal vrij weinig tussen een kledingdiscussie tussen ouder en kind. Ik geef de stroopwafels aan Liselott, omdat deze haar favoriete koekjes zijn, en geef Astrid, die met grote ogen voor mij staat de zak drop. En dat, lieve mensen, had ik NOOIT moeten doen. Er is zo’n twee seconden stilte voor de storm en dan gaat alles ineens heel snel. Idun kijkt me boos aan omdat ik haar niks heb gegeven, Astrid moet en zal een dropje proeven, Idun stampt boos haar schoenen uit, Astrid moet direct de dropjes bij Liselott inleveren, wat als gevolg een krijsende Astrid heeft, Idun schreeuwt tegen Erik en zelfs ik kan daaruit opmaken dat het om de dropjes gaat, Astrid heeft de dropjes te pakken en scheurt het zakje open, Erik ziet op tijd het gevaar en pakt de dropjes af, Idun krijgt geen aandacht en begint te schreeuwen, Astrid brult nog harder, Liselott pakt de jassen, Erik de schoenen, ik breng mezelf in veiligheid en sein naar Pim “Ieder voor zich!” Het volgende moment zitten we in de auto en is iedereen stil.

Eenmaal bij het station geven we elkaar even een ongemakkelijke knuffel en moeten zij al snel weer door. Het besef is er nog niet helemaal, dat komt later pas in de trein naar Stockholm. Dit was het eerste deel van onze reis en we rijden letterlijk deel twee tegemoet. Nu kan ik natuurlijk schrijven over het super mooie Stockholm, waar we een nachtje hebben geslapen in een verbouwd oud zwembad. Of hoe heerlijk de eerste keer sushi weer was. Maar uit betrouwbare bronnen weet ik dat onze lezers dit niet zoveel boeit. Jullie willen natuurlijk meer ellende! Komt ie…

Wanneer we aankomen in Stockholm, na ons dagelijkse welles nietes discussie bij de treinkaartjesautomaat, kijken we onze ogen uit. Het is echt een geweldig mooie stad. Alle gebouwen lijken uit één stuk steen te zijn gehouwen en zijn ontzettend hoog. Verder is het heel wijd, mensen die Utrecht en Amsterdam zijn gewend (ik dus), weten niet wat groot is. Wanneer we aankomen in onze super goedkope hotelkamer merk ik dat na drie weken cranberry pillen slikken mijn blaasontsteking niet over is gegaan en eigenlijk erger is geworden. Ik zit dan ook al drie weken dagelijks aan de pijnstillers en begin me ellendig te voelen. Toch maar even wat aan doen denk ik bij mijzelf. Ik loop naar de douches en wc’s en onderweg zie ik een deur met een plaatje van reageerbuisjes, kruisjes en DANGAROUS erop. Juist ja.. oud zwembad hè, dan krijg je dat. De douches zitten tegenover een trap die naar het buiten zwembad leid, deze wordt niet meer gebruikt maar is er nog altijd. De bovenkant bestaat uit allemaal ramen en omdat het donker is, de verf blakert en de ramen zijn beslagen, ziet het eruit als een geweldige plek voor een horrorfilm. Super geboekt Fem, moet je vaker doen denk ik bij mezelf als ik naar de iet wat smerige en een klein beetje kapotte wc’s kijk. Laten we het erop houden dat ik potentie heb. Die avond gaan we de stad in en eten we sushi, omdat ik zo zielig ben. Nadat we natuurlijk eerst drie uur (niet gelogen) hebben rondgelopen, onder het mom “we hebben nog niet zo’n honger”. Het was meer een kwestie “ik weet niet wat ik wil eten”. De volgende dag vliegen we naar Memmingen, Duistland. Waarom Memmingen? Daar heb ik ze helemaal niet over gehoord? Klopt, lieve mensen. Maar Memmingen was goedkoop vliegen en ik ben een dochter van mijn vader, dus Memmingen it is. Anderhalf uur vertraging staat er op het bord (in werkelijkheid was het over de twee uur). Als we dan eindelijk het vliegtuig in kunnen en ik denk dat er nu niks mis kan gaan, want ik heb alles keurig geboekt, zitten er mensen op onze stoelen. Ja, vertellen ze, we zitten eigenlijk daar, maar daar kunnen we niet met z’n drieën zitten, dus we zijn maar gewoon hier gaan zitten. ‘Dat is heel jammer meneer, maar we hebben deze plaatsen geboekt en als we dan toch neerstorten zou ik het erg jammer vinden als uw 200 kilo wordt geidentificeerd met mijn naam. Mag ik gaan zitten?’ Is wat ik had moeten zeggen. Maar ja, ik ben ik. ‘Maar natuurlijk! Dat is toch geen probleem! Geniet van de reis! Wat heeft u een leuke zoon!’ En onhandig prop ik mijn tas, jas, muts en sjaal onder mijn stoel, omdat de bagage van deze aardige mensen in, nu, ons ruim zit. Het aardige kind begint dan ook nog eens te krijsen de hele vlucht en het plaatje is compleet! Meer dan negen uur later, dan we op het vliegveld in Stockholm stonden, komen we dan eindelijk met de bus aan in Munchen, waar we een paar dagen verblijven. Terwijl ik nog een beetje baal, want dat Memmingen had wat dichterbij gemogen. Ik merk dat ik honger heb en steeds meer pijn begin te krijgen wat betreft mijn blaas. Bij binnenkomst laat onze host een foto zien van een SS soldaat die in de kamer hangt. Zijn opa. En krijgen we, ik geloof zelfs dat het de korte versie was, een uitleg over zijn familie stamboom. Het is negen uur en we zijn kapot, maar we hebben nog niet gegeten. En dus verdwalen we een half uur, eten dan in een klein Italiaans restaurant en gaan lekker slapen. De volgende dag bel ik mijn huisarts met de vraag of er een recept kan worden doorgestuurd naar een apotheek in de buurt. Natuurlijk kan dat niet, anders zou dit verhaal deze titel niet hebben. Ik bel een huisarts in de buurt, nadat ik eerst bijna de plastische chirurg aan de lijn had. Mijn Duits is dan wel zeer slecht, maar deze blunder had ik kunnen voorkomen. We kunnen gelijk komen, wat ik eerst wonderbaarlijk vind en later wel begrijp. Ze laten mensen liever een uur in de wachtkamer wachten dan thuis, dat is alles. Wanneer ik aan de beurt ben word ik na een verhaaltje van vijf minuten naar de wc gestuurd om in een potje te plassen, voor mensen die dit nog nooit hebben mogen meemaken (u zeit gezegend) zal ik even uitleggen hoe dit gaat. Je krijgt vaak een zakje met een hip potje waar je even in moet mikken, dan draai je hem dicht en geeft hem aan de receptioniste, die hier heel discreet mee omgaat. Dat is normaal. In Nederland dan. Ik sta in het toilet en zie nergens die leuke potjes staan, wanneer ik op het punt sta om iemand te vragen waar ze zijn, valt mijn oog op de witte plastic koffiebekertjes. ‘Oow my god’ ontglipt mij even en meteen staat de receptioniste naast me die bevestigd dat ik daar mijn behoefte in mag doen. Even later loop ik met mijn Heisse Apfelsaft door de wachtkamer naar de receptie, waar ik nog zo’n tien minuten mijn verse sapje sta warm te houden. En fin, duidelijke blaasontsteking, hier het recept en graag contant betalen, half uur opzoek naar een bank, terug naar de dokter, waar de receptioniste het wisselgeld uit de spaarpot op de toonbank vist. Is dit nou typisch Duitsland?

Verder kan ik niet echt veel over München vertellen, eerlijk gezegd wil ik dat ook liever niet. Ik heb namelijk de dagen in München gedrogeerd en met twaalf uur per dag slapen doorgebracht. En dat is niet eerlijk tegenover München, want ik geloof dat het absoluut een mooie stad is die het waard is om bezocht te worden. Daarom gaan Pim en ik absoluut nog een keer terug! Wanneer Murphy klaar is en mijn geweldig goede karma begint te werken na al dat vervelende aardig doen, krijgen jullie uitgebreid verslag over München!

Reacties

Reacties

Ome Ceez

Fem, je bent een goede prater, maar een nog betere schrijfster. Chapeau!!!!

Carin

Prachtig geschreven. Zie het helemaal voor me ?

Bas Kooij Sr. Opa .

MOOI VERHAAL !
Jammer van München ,is een heel interessante stad !
Zijn benieuwd naar jullie Oostenrijkse avonturen .
Succes en veel plezier.

Groetjes uit Achterberg
Oma & Opa.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!